„In de kerk zingen de Urkers unisono (niet-ritmisch) maar in koorverband meestal ritmisch en vierstemmig.” Aldus een zin uit het booklet van ”Prijst de Naam van uwen God” van het Urker Mannenkoor Halleluja onder leiding van Bert Moll. Daarmee is de toon gezet voor een cd waarmee blijkbaar wordt geprobeerd een typisch Urker karakter neer te zetten. Als dat het stereotype beeld inhoudt is dat goed gelukt: eigenzinnig, expressief, ruwe randjes.

In het openingsnummer, Psalm 98, komt de koorinzet bij elke regel ruim een tel na het orgel. In de meerstemmige koorstukken wordt ook nogal eens gewacht met de inzet van een volgende regel. De eerste inzetten zijn soms nogal ruw. Modulaties worden niet geschuwd. Bij Psalm 135 loopt dit uit op een wat geforceerde koorklank. Op de cd staan niet alleen Geneefse psalmen, maar ook nieuwere psalmcomposities en twee gezangen.

Het orgelspel van Harry Hamer klinkt door gekruide akkoorden, overlegato en tremulantgebruik alsof Willem Hendrik Zwart aan het orgel zit. Door de ritmische vrijheden die koor en dirigent zich veroorloven komt de pianobegeleiding van Johan Bredewout soms wat geforceerd over. Bij wat ritmischer gedeelten uit stukken zoals Psalm 105 van Meindert Kramer en Psalm 150 van Johan Bredewout zingt het koor mooi strak. Over het algemeen zingt Halleluja behoorlijk zuiver. Jammer genoeg is de a capella gezongen Psalm 141 van Klaas Jan Mulder daar in negatieve zin een uitzondering op. De cd ademt de sfeer van een stereotype cultuur. Bij mij werkt dat live, als je tijdens een concert wordt meegezogen in klank, beeld en sfeer, veel beter dan op een cd.